ribe architectuur

Bezienswaardigheden in het Deense stadje Ribe die je niet mag missen

Ribe in Zuidwest-Jutland is de oudste stad van Scandinavië. Het is geen grote stad, maar er is wel van alles te zien. Zeker als je op stap gaat met een gids, zoals wij deden tijdens onze meivakantie in Denemarken. In twee uur liet Ribe Guide Richard Kvaernø ons de mooiste plekjes zien en vertelde de verhalen die erachter schuilgaan. Eerste bestemming: de Domkerk van Ribe.

Ben je nog op zoek naar een fijne vakantiewoning in Denemarken? Bekijk dan hier de Landal-parken in Denemarken of vind de perfecte ‘losse’ vakantiewoning op de website van Sol og Strand.

Twee handelsplaatsen

Richard bleek een gids die niet alleen veel weet, maar het ook nog eens leuk weet te vertellen. Eerst legde hij uit dat het stadje Ribe in Zuidwest-Jutland is ontstaan als handelsplaats – of eigenlijk als twee handelsplaatsen. Aan de noordkant van de rivier die nu dwars door de stad loopt, hadden zich de Vikingen gevestigd. Toen Ansgar, de Apostel van het Noorden, in 856 een houten kerkje bouwde voor de Duitse geestelijken die de inwoners van Jutland wilden bekeren tot het Christendom, deed hij dat aan de zuidkant van de rivier. De tweedeling tussen heidenen en christenen was strikt: als je je bekeerde tot het Christendom, verhuisde je naar de zuidkant.

Hier vind je onze accommodatie op loopafstand van Ribe

Bisdom Ribe

In de tiende eeuw werd Ribe een bisdom en in de twaalfde eeuw werd de Domkerk van Ribe gebouwd. Dat gebeurde op het hoogste punt van Ribe, waar al sinds 850 een plein lag. Maar als je er nu staat, zie je dat de kerk in een kuil staat. Hoe kan dat?

Gebouwd op afval

De eerste oorzaak zit hem in de slechte hygiëne van die tijd. De inwoners van Ribe moesten het doen zonder riolering en vuilniswagens, en gooiden hun afval en de inhoud van hun piespot gewoon uit het raam. Als je op straat liep, kon je dus maar beter in het midden van de straat lopen, en niet vlak langs de huizen. Niet voor niets is in de oudste straatjes het midden van de straat opgehoogd, terwijl langs de huizen een goot loopt.

Domkerk Ribe buitenkant

Door al dat afval kwam de stad steeds hoger te liggen en steeg dus steeds verder boven het oude plein uit. In feite staan de huidige huizen op zo’n 2 meter afval. Het is een zompige laag en dat zorgt ervoor dat veel huizen zijn scheefgezakt. Zonder de zorgvuldig aangelegde waterwegen in en om de stad, die de bodem vochtig houden, zou dat nog veel erger zijn. Als de grond uitdroogt, krimpt hij namelijk in elkaar, net zoals een druif uitdroogt tot een rozijn. Er zou geen gebouw overeind blijven staan.

Klik hier voor het Vikingmuseum en het Vikingcentrum van Ribe.

Stinkend rijke lijken

Aan de tweede oorzaak waardoor de Domkerk nu in een kuil staat, zit een luchtje. Tot 1805 werden de inwoners van Ribe namelijk in en om de kerk begraven. Hoe rijker je was, hoe dichter je bij het altaar kon liggen. Daar komt de uitdrukking stinkend rijk vandaan: als je zo rijk was dat je een graf bij het altaar kon kopen, konden de kerkgangers je goed ruiken.

Door al die stoffelijke overschotten werd de grond rondom de kerk op een gegeven moment wel erg zompig. De graven op het plein zijn toen geruimd en er kwam een kerkhof aan de rand van Ribe. De graven in de kerk gingen wel heel erg ruiken toen men de kerk voor de kerkgangers ging verwarmen. Ook die zijn toen allemaal geruimd. Een deel van de grafstenen ligt nog in de vloer, een ander deel staat langs de wanden. Zowel in als buiten de kerk is dus een laag grond weggehaald.

Vechten tegen instorting

Ondanks alle pogingen om een stevige ondergrond te creëren, bleef het lastig om hier zo’n grote kerk neer te zetten. Dat kun je duidelijk zien als je nu naar de Domkerk van Ribe kijkt. Het lichte gedeelte van blokken natuursteen is gebouwd aan het begin van de twaalfde eeuw. Oorspronkelijk had de kerk twee identieke torens, maar een van de twee stortte in. Inmiddels was baksteen in de mode en dus werd de ingestorte toren in 1333 vervangen door de Borgertårn van baksteen. Ook deze toren had een spits, maar toen die in 1534 instortte, was er geen geld voor nieuwe. Daarom kun je nu vanaf het platte dak van de toren goed uitkijken over Ribe.

Domkerk Ribe kerkbanken

Ook in de kerk was het vechten tegen instorting. Oorspronkelijk had de kerk één middenpad en een laag plafond van hout. Met de komst van de gotische bouwstijl konden de plafonds hoger worden gemaakt, maar daarmee liep de druk op de buitenmuren ook op: die begonnen naar buiten te wijken. Om dat tegen te gaan, werden tegen de buitenmuren van de kerk kapellen gebouwd. Steeds als iemand iets wilde schenken aan de kerk, werd gevraagd om zo’n kapel, zodat de muren verder gestut konden worden. Later werden de tussenmuren ter gelegenheid van een koninklijke bruiloft doorgebroken, zodat de kerk behalve een middenpad ook twee zijgangen kreeg.

Vikingen, sponsoring en grapjes

Ook al was er een strikte scheiding tussen het heidense en christelijke Ribe, in de kerk vind je toch wat Vikingelementen. Zo zie je op een muurschildering bij de achterste kerkbanken links een roodharige Maria en Jezus, geschilderd naar voorbeeld van de mensen die de schilder uit zijn omgeving kende. Het houtsnijwerk aan de uiteinden van de kerkbanken bevat christelijke taferelen met daaromheen Vikingpatronen. Meer naar voren vind je een muurschildering van apostelen die eruitzien als rijke kooplui. Volgens onze gids Richard is de kerk altijd al goed geweest in sponsoring en zijn het vast de kooplui die voor de schildering hebben betaald.

Domkerk Ribe houtsnijwerk

Richard neemt ons mee naar de linkerachterwand van de kerk, waar een grafsteen van een bisschop staat. De bisschop is staand op een leeuw afgebeeld, om te laten zien dat hij sterker is dan het kwaad. Tegelijkertijd ligt hij op een kussen. Het doet een beetje denken aan zo’n plaatje waarin je twee heel verschillende dingen kunt zien.

Maar de echte grap komt nog. Onder aan de steen zijn de familiewapens van de ouders van de bisschop afgebeeld, vastgehouden door twee engelen. De twee families hadden voortdurend ruzie, vandaar dat de ene engel de andere aan zijn baard trekt. Hij mag wel uitkijken, want de trompet die de ander vasthoudt, lijkt meer op een knuppel. Best bijzonder dat degene die de steen maakte, deze steek onder water durfde toe te voegen. Hij voelde zich vast veilig genoeg omdat hij in Odense woonde, op zes dagen reizen van Ribe. Bovendien werd de steen pas geleverd toen de betreffende bisschop was overleden.

De vermoorde koning

Er ligt zelfs een koning begraven in de Domkerk van Ribe. Eigenlijk is dat vreemd, want Deense koningen liggen normaal gesproken begraven in Roskilde bij Kopenhagen. Als ze vermoord werden, moesten ze echter begraven worden op de plek waar ze vermoord waren. De koning die hier ligt, is dan ook niet vredig aan zijn einde gekomen: hij werd vergiftigd met altaarwijn en ligt dus bij het altaar.

COBRA in de kerk

Achter het altaar is volop ruimte voor moderne kunst. COBRA-lid Carl-Henning Pedersen heeft de koepel beschilderd, glas-in-loodramen en glasmozaïeken gemaakt. Alles bij elkaar heeft hij hier vijf jaar aan gewerkt: van 1982 tot 1987. Veel mensen protesteerden destijds tegen deze moderne invalshoek, maar uiteindelijk zijn de meesten wel tevreden met het resultaat.

Domkerk Ribe COBRA

Carl-Henning Pedersen gaf nooit uitleg bij zijn werken, maar onze gids heeft wel zo zijn ideeën. Hij heeft zelfs een boekje geschreven over de kunstwerken. In de koepel kun je Jezus, Maria en de drie koningen herkennen. Let ook op de muis die Pedersen aan al zijn kunstwerken toevoegde – misschien als vertegenwoordiging van zichzelf? Bijzonder aan de glasmozaïeken is dat ze er uit elke invalshoek anders uitzien door het licht. Loop er maar eens langzaam voorlangs, dan zie je bijvoorbeeld het grauwgeel van de berg veranderen in glimmend goud.

Het verhaal van de kattenkoppen

Na een tijdje in de Domkerk ben je vast benieuwd naar de rest van Ribe. Vergeet voordat je de stad in loopt niet om nog even de deur met de kattenkoppen aan de zijkant van de kerk te bekijken. Hier zit een mooi verhaal aan vast.

Er waren eens twee broers waren in Ribe: een rijke en een arme. De rijke broer was koopman. Hij wilde zijn arme broer graag helpen, maar hem zomaar geld geven zou een belediging zijn. Daarom stelde hij voor: “Geef mij iets dat je bezit, dan neem ik het mee op mijn koopvaardijschip en verkoop het voor je. De opbrengst is voor jou.”

Eerst beweerde de arme broer dat hij niets bezat. Maar na een beetje aandringen kwam hij met zijn kat op de proppen. En zo ging de rijke broer op reis met de kat. Onderweg sloeg het noodlot toe: het schip verging en de enige overlevenden waren de rijke broer en de kat.

Ze strandden op een eiland waar zoveel muizen zaten, dat mensen bij het eten naast hun bord en bestek een houten hamer hadden liggen. Zodra het eten op tafel kwam, bestormden muizen de tafel. Dan werd er zo driftig met de houten hamers geslagen, dat je geen gesprek meer kon voeren. De kat was een meester in het vangen van muizen en leverde de rijke broer dan ook goed geld op toen hij hem aan de eilandbewoners verkocht – genoeg om weer naar huis te kunnen gaan en zijn arme broer een welvarend leven te bieden.

Bovendien adviseerde de rijke broer hem om nog 5 katten te kopen en die weer door hem te laten verkopen. Dat gebeurde en uiteindelijk waren beide broers rijk. De broer die arm was geweest, schonk uit dankbaarheid een deur met een kattenkop erin aan de kerk. Om de kattenkop liet hij de muizen afbeelden en onder aan de deur de vijf andere katten.

Domkerk Ribe kattenkopdeur

Vanaf deze deur loop je zo de mooie straatjes van Ribe in. Daar is nog veel meer te zien en ook daarover wist onze Ribe Guide van alles te vertellen.

Wil je weten wat we nog meer deden in Zuidwest-Denemarken? Bekijk dan dit overzicht van bezienswaardigheden in Zuid-Jutland.

Water als bescherming

Ribe ligt 5 kilometer van zee en de rivier die door de stad loopt, splitst zich aan de ene kant in drieën en komt aan de andere kant van de stad weer bij elkaar. Bij een wandeling door Ribe kom je dus regelmatig water tegen.

Het water in en om Ribe heeft een beschermende functie. In 1400 werd namelijk besloten dat Ribe geen stadsmuur zou krijgen ter verdediging van de stad, maar een gracht. Daarnaast zorgt het water ervoor dat de bodem onder de stad niet uitdroogt. De gevels van Ribe staan al niet zo recht, maar zonder genoeg water in de bodem zouden ze zo erg verzakken dat ze niet overeind zouden blijven. Om dit te voorkomen, is de rivier gesplitst in een gedeelte waar het water doorstroomt, zodat de vissen erin stroomopwaarts kunnen zwemmen, en een gedeelte dat stilstaat om de stad heen, om de bodem vochtig te houden.

Koopmanshuizen

In de Middeleeuwen was Ribe een van de belangrijkste handelsplaatsen in Denemarken. De Deense kooplieden zakten met hun schepen ook af naar de Lage Landen. Als ze daar hun waar hadden verkocht en geen vracht hadden om mee terug te nemen, kochten ze als ballast vaak natuursteen in België. Zo komt het dat veel oude grafstenen en -kisten die je hier tegenkomt gemaakt zijn van Belgisch natuursteen.

Dat je van al die handel behoorlijk rijk kon worden, blijkt al uit het kattenverhaal dat we bij de Domkerk van Ribe te horen kregen. Maar je ziet het ook aan de statige panden die je hier en daar tegenkomt in de stad. Sommige zijn qua bouw eigenlijk meer geschikt als landhuis, met een flink stuk land eromheen. Toch staan ze in het volgebouwde Ribe, puur omdat mensen die veel geld hadden, dat ook graag wilden laten zien.

Uitzicht uit de tuin van Ribe Kunstmuseum op de Domkerk
Uitzicht uit de tuin van Ribe Kunstmuseum op de Domkerk van Ribe

Het kunstmuseum van Ribe is hier een mooi voorbeeld van. Maar ook de Tårnborg (Torenburcht) is op die manier ontstaan. Toen de neef van een bisschop zijn oom vroeg wat hij moest doen om ook bisschop te worden, antwoordde deze namelijk niet dat hij vroom en deugdzaam moest zijn, maar: “Laat maar zien dat je genoeg geld hebt.” Helaas voor de neef voorkwam de reformatie dat hij zijn oom inderdaad opvolgde, ook al had hij deze Torenburcht laten bouwen.

Tarnborg (de Torenburcht) in Ribe
De ‘Torenburcht’ van Ribe

Vakwerk en voordeuren

Ook de kleinere huizen van Ribe mogen er zijn. Veel ervan zijn gebouwd met vakwerk: een houten ‘skelet’ dat zorgt voor stevigheid, waarna de vakken werden dichtgemetseld. Omdat de stenen geen functie hadden voor de stevigheid van het huis, kon de metselaar een beetje opscheppen met zijn vakmanschap door allerlei patronen te maken. Het dragende hout mocht natuurlijk niet nat worden, want dan zou het gaan rotten. Daarom hangt de eerste verdieping er vaak wat overheen, als een afdak. Ook in het hout van de vakwerkhuizen zijn bepaalde patronen gebruikt, waaraan je periodes kunt herkennen. In de tijd van de heksenvervolging werden er bijvoorbeeld kruisjes in aangebracht, om het kwaad af te weren.

Vakwerk in Ribe

De voordeuren van Ribe zijn een verhaal apart. Inwoners mogen er niets aan veranderen. Als de deur er zo slecht aan toe is dat hij vervangen moet worden, moet er een nieuwe deur komen die er precies hetzelfde uitziet als de oude. Als de oude deur schots en scheef is door het verzakken van de grond, moet de nieuwe deur dus ook schots en scheef zijn.

Zit een deur aan de zijkant van het huis? Dan weet je zeker dat daarachter een rechte doorgang naar de achterkant van het huis zit, voor het vee. Tot 1940 had elke familie die in Ribe woonde namelijk wel wat vee. Als de dieren niet in de wei stonden, werden ze door de voordeur meegenomen naar de stal aan de achterkant van het huis. Boven de deur zie je dan vaak een luik waarachter het stro werd bewaard. Zie je juist een hoge gevel met onder de nok een rond gat? Dan was dat een zolder waar stro werd bewaard. Door het ronde gat konden de uilen binnenkomen om de muizen te vangen.

Voordeur in Ribe

Bij veel deuren zie je trouwens twee huisnummers staan. Het ene is het oude adres, dat alleen bestond uit Ribe en een nummer. De huizen in Ribe kregen die nummers in de volgorde waarin ze werden gebouwd (met de Domkerk als nummer 1). Twee opvolgende nummers lagen hierdoor lang niet altijd naast elkaar. Om het wat makkelijker te maken om het goede huis te vinden, werden later straatnamen in gebruik genomen. Daarbij kreeg elk huis een nieuw nummer in die straat.

Aan de kade

Aan de kade van de Skibbroen (Scheepsbrug) komen we weer andere gevels tegen: gevels die zo in Nederland zouden kunnen staan. Ook hier kun je weer duidelijk zien dat de Deense kooplui uit Ribe veel contact hadden met de Lage Landen. Volgens onze gids zijn vooral invloeden uit Friesland duidelijk terug te vinden. Hier ligt de Johanne Dan aangemeerd, een replica van een zeilschip uit 1867. Vlakbij staat de bekende overstromingspijler, die ook een replica blijkt te zijn…

Ribe-overstromingspijler

Kijk maar eens naast de voordeur van Skibbroen nr. 19. Daar woonde Ålesøren oftewel Palingsøren. Hij kwam op het idee om op een lat alle overstromingen van Ribe aan te geven die hij zich kon herinneren. Bij eentje spiekte hij: de Tweede Grote Verdrinking van 1634 nam hij over van de overstromingsmarkeringen in de Domkerk. In dat rampjaar stond het water wel 6 meter hoger dan normaal – zelfs in de Domkerk stond 170 centimeter water.

De ronde overstromingspijler op de kade die je in alle reisgidsen terugvindt, is in 1923 neergezet voor bezoekers van Ribe. Maar eigenlijk is het gewoon een kopie van de lat van Ålesøren. Sinds er in 1911 dijken zijn gebouwd, heeft er trouwens geen water meer in de straten van Ribe gestaan.

Vergeet de hofjes niet!

Ribe heeft dus veel verborgen weetjes en plekjes. Een laatste tip die ik voor je heb is: loop eens een hofje in. Oorspronkelijk hadden de huizen in Ribe nog wel ruimte voor een tuin om het huis. Maar in de loop der eeuwen werd de stad steeds verder volgebouwd. Sommige huizen hebben nog wel een tuin die erachter verborgen ligt. Let op de poorten die je soms passeert als je door de straten loopt. De stilzwijgende afspraak is: als de poort openstaat, mag je doorlopen naar het hofje. Maar loop niet de tuin in!

Hofje in Ribe
Een van de hofjes van Ribe

Wij werden uitgenodigd om Zuidwest-Denemarken te bezoeken voor Stralend Denemarken.

Deze blogpost kan affiliatelinks bevatten. Als jij via zo’n link iets koopt of boekt, krijg ik een kleine vergoeding. Dit gebeurt anoniem en kost jou niets extra’s. Samenwerkingen en affiliatelinks stellen mij in staat om deze website te onderhouden en jou van informatie te blijven voorzien. Meer hierover lees je in mijn disclaimer/privacyverklaring.

Sandra van Bijsterveld
Sandra van Bijsterveld

Leuk dat je er bent! Mijn naam is Sandra van Bijsterveld. In 2013 begon ik met bloggen en inmiddels doe ik dat fulltime. Op Stralend Denemarken deel ik mijn persoonlijke ervaringen en tips voor een vakantie in Denemarken met je. Op andere websites blog ik over onze vakanties in Zweden, Noorwegen en Finland, en over Scandinavische lifestyle.

11 reacties

  1. Bedankt voor deze post! Ik heb jouw verhaal gebruikt als onze persoonlijke reisgids. 😉 Vooral het verhaal van de plagende engeltjes op de grafsteen en de kattendeur vond m’n dochter erg leuk!

    • Ik weet niet of er ook Nederlandstalige gidsen zijn eigenlijk. Wij hadden een Engelse.
      Betalen meg euro’s in Denemarken heb ik nog nooit gedaan, wij betalen altijd alles met pin (en een heel klein beetje Deense kronen uit de muur gehaald die al jaren met ons heen en weer reizen omdat we ze nergens nodig hebben). Maar het kan wel op sommige plekken geloof ik, al krijg je dan wel kronen als wisselgeld heb ik gelezen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Ik ga akkoord met het privacybeleid.